|
|
Paard(en)kracht |
|
Stal de Esch gaat verder dan het enkel en
alleen paardrijden!
Het paard is een groots dier (van shetlanderpony tot
boerenknol) en kenmerkt zich door het willen werken
met de mens. Maar er zijn veel verschillen tussen
mens en paard, dus het lijkt een logisch gevolg dat
het werken met een paard niet altijd van zelf gaat.
En is begeleiding voor en na het rijden van groot
belang. Helaas zien wij dit niet overal terug bij de
standaard paardrijlessen, daarom hebben wij besloten
om meer het totaalplaatje mee te geven.
Ieder paard heeft ook een eigen karakter, net als
ieder mens. Als we samen willen werken, zullen we
dus wat meer over het paard moeten weten alvorens we
op een plezierige, vertrouwde en veilige manier
verder kunnen.
Bij paard(en)kracht leert de deelnemer van alles
rondom en van het paard en de omgang ermee, de
verzorging ervan, het onderhoud en belang van
materialen kennen en kan men zich vrij en ontspannen
bewegen bij en op het paard en er uiteindelijk dan
ook plezier aan beleven!
Onderdelen in de cursus kunnen verschillend zijn, de
begeleider beoordeeld vlak voordat de cursus start
met welke onderdelen van de hierna genoemde
activiteiten gestart gaat worden. Dit is afhankelijk
van diverse factoren zoals: het weer, gedrag van het
paard, maar ook de leeftijd, stemming of de ervaring
van de deelnemer(s). |
|
• |
Weiland |
- |
Gedrag van de paarden, ervaren om tussen een kudde te lopen, uitleg verschil in karakters / hengsten en merries enz. Veulens en paarden leren benaderen en aaien |
• |
Wandelen |
- |
3 hulpen: stem, lichaamshouding, halstertouw, waar loop je ten opzichte van het paard? Waar moet je op letten tijdens het lopen, in de bak of buiten? Over balkjes en slalommen. |
- |
Vast zetten van een paard: paardenknoop |
• |
Verzorging |
- |
Paard borstelen, manen en staart wassen/invlechten, leren hoeven krabben, zadel of hoofdstel poetsen, opzadelen |
• |
(Los) Longeren |
- |
Uitleg (los) longeren, leren (los) longeren |
• |
Paardrijden |
- |
Op het paard zitten met en zonder zadel, liggen evt. staan, sturen en evt. draven, tempo bepalen, halthouden, achterwaarts, over balkjes en slalommen |
|
|
|
|